Holland Kroon – Een bestuurder van vrachtwagencombinatie heeft een werkstraf van negentig uur en een voorwaardelijke rijontzegging gedurende zes maanden opgelegd gekregen. De vrachtwagenbestuurder was op 1 oktober 2013 betrokken bij een zeer ernstig ongeval op de Afsluitdijk.
Als gevolg van wegwerkzaamheden was er sprake van een file. De vrachtwagenbestuurder zou achterop deze file zijn gereden waarbij een personenauto werd gelanceerd en onmiddellijk in brand vloog. De bestuurder van deze personenauto liep zwaar lichamelijk letsel op, bestaande uit vele ernstige brandwonden, meerdere gebroken botten, gescheurde rugwervels en een klaplong. Het ongeval heeft zeer grote gevolgen gehad voor het slachtoffer en diens toekomstplannen.
De vrachtwagenbestuurder heeft verklaard dat hij op 1 oktober 2013 over de Afsluitdijk in de richting van Friesland reed met een snelheid van ongeveer 80 km/h. Hij reed die route vaak en wist dat er regelmatig werkzaamheden waren op de Afsluitdijk. Hij heeft de bewuste dag twee á drie seconden opzij gekeken waarna hij krachtig moest remmen omdat het verkeer voor hem stil stond. Diverse getuigen hebben verklaard dat ter plaatse al sprake was van langzaam rijdend en stilstaand verkeer. Van het ongeval is een analyse gemaakt door speciaal daarvoor opgeleide verbalisanten.
Aan de rechtbank is de vraag voorgelegd of de vrachtwagenbestuurder in juridische zin schuld heeft aan het ongeval (zwaardere vorm van verwijt) dan wel hem gevaarlijk rijgedrag kan worden verweten (lichtere vorm van verwijt).
De rechtbank acht de zwaardere vorm van verwijt bewezen en heeft bepaald dat de vrachtwagenbestuurder schuld heeft aan het ongeval en dit heeft veroorzaakt door aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend te rijden. De vrachtwagenbestuurder had als beroepschauffeur attent moeten zijn op de mogelijkheid van wegwerkzaamheden op de Afsluitdijk. Hij heeft zijn snelheid onvoldoende aangepast aan het overig verkeer en zijn blik gedurende een paar seconden niet op de weg voor hem gehouden onder omstandigheden die juist extra aandacht vroegen. De vrachtwagenbestuurder heeft – aldus de rechtbank – onvoldoende geanticipeerd op de situatie waardoor hij te laat is gaan remmen en zijn vrachtwagencombinatie niet meer tijdig tot stilstand kon brengen. Het is een feit van algemene bekendheid dat een dergelijke vrachtwagencombinatie, óók onbeladen, een relatief lange remweg heeft. Het letsel van het slachtoffer is naar het oordeel van de rechtbank een direct gevolg van het door de vrachtwagenbestuurder veroorzaakte verkeersongeval en juridisch te betitelen als zwaar lichamelijk letsel.
Ondanks de zeer ernstige gevolgen van het ongeval voor het slachtoffer is aan de vrachtwagenbestuurder een werkstraf en een voorwaardelijke rijontzegging opgelegd. De belangrijkste reden daarvoor is dat voor de strafoplegging niet het letsel bepalend is, hoe ernstig dat ook kan zijn, maar de mate van verwijtbaarheid die de veroorzaker van het ongeval kan worden gemaakt. Als er sprake is van roekeloos rijgedrag, of zéér onvoorzichtig rijgedrag door een opeenstapeling van verkeersfouten zal de straf in het algemeen hoger uitvallen dan nu is opgelegd. In deze situatie is aan de vrachtwagenbestuurder verweten dat hij aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gereden.
De rechtbank heeft daarnaast bij de strafoplegging meegewogen dat de vrachtwagenbestuurder een blanco strafblad heeft en dat het ongeval ook hem zeer heeft aangegrepen, tot op de dag van vandaag.