Column Nadine Swagerman – Oordelen

‘Je wordt toch niet écht veganistisch, hè?’
Ze keek me aan met een blik in haar ogen die iets weg had van afschuw.
‘Hoezo?’
‘Nou, nu je bijna klaar bent met die vijftig dagen veganistisch eten, vroeg ik me dat af. Je gaat daar toch niet mee door, hoop ik? Je gaat straks toch wel weer gewoon eten?’
Gewoon eten. Ik vroeg me af wat ze daarmee bedoelde, maar nog voor ik dat kon vragen ging ze verder:
‘Ja, niet lullig bedoeld hoor, maar het is echt een soort sekte of zo, die veganisten.’
Ik trok mijn wenkbrauwen op en probeerde te ontdekken hoe de zojuist gemaakte opmerking ‘niet lullig bedoeld’ kon zijn.
‘Waarom is het nou weer een soort sekte?’
‘Omdat je helemaal niets mag. Geen vlees, vis, melk, kaas, eieren, en zelfs geen honing. Geen honing, omdat bijen dat hebben gemaakt. Kom op zeg, wat een onzin. En dan mag je natuurlijk ook geen leren jas, schoenen of tas meer dragen. Niet onder een deken met donzen vulling slapen, geen wollen jas meer aantrekken, geen… weet ik veel wat je allemaal niet mag. Dat is toch geen leven?’
Ik liet haar woorden tot me doordringen. ‘Dus omdat veganisten anders leven dan jij, anders eten dan jij, omdat ze geen bijdrage willen leveren aan dierenleed, zijn ze raar? Maar als je ziet dat iemand een zielig, mishandeld hondje redt, dan is diegene een held?’
‘Ja!’ Ze klakte met haar tong. ‘Sorry hoor, maar net alsof er geen dieren meer worden geslacht, omdat er een paar mensen zijn die geen vlees meer eten. Die dieren gaan toch wel dood!’
‘Waarom maakt het je zo boos?’
‘Het maakt me niet boos. Ik vind het gewoon dom dat die mensen denken dat ze de wereld kunnen verbeteren.’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Ja, echt dom dat er mensen zijn die graag iets willen bijdragen aan de wereld, aan een beter leven voor mensen of dieren. Belachelijk echt. Hoe durven ze.’
‘Nee, maar… ik bedoel… alsof het zin heeft.’
‘Ik snap niet dat het je zo boos maakt. Ze willen geen vlees eten, omdat ze niet willen bijdragen aan dierenleed. Ze willen daar gewoon niet aan meedoen. Waarom is dat verkeerd?’
‘Het is niet verkeerd. Het is dom.’
‘Weet je, mensen worden woest als ze horen dat er in China een festival bestaat waarbij ze honden eten. Er worden miljoenen handtekeningen ingezameld en dingen geroepen als ‘honden zijn vrienden, geen eten’. Dat is niet raar. Dat is goed. En dat zouden meer mensen moeten doen. Maar als iemand hetzelfde roept over een koe of een lammetje, dan is diegene gek. Luister, wat jij vindt, moet jij weten. Als jij graag dieren wil eten, prima. Moet je lekker doen. Maar waarom moet je oordelen over hen die dat niet willen? Waarom mogen zij niet doen wat ze willen doen?’
De stilte die volgde was oorverdovend. Ze staarde leeg voor zich uit.
‘Dus je wordt veganistisch?’
‘Nee.’
Ze keek me met grote ogen aan. ‘Waarom dan die hele preek?’
‘Omdat je niet zo moet oordelen.’
‘Nee.’ Ze pulkte aan een velletje naast haar nagel. ‘Waarom word je eigenlijk geen veganist? Ik vind dat echt iets voor jou.’
‘Wow, net heb je geen goed woord over voor veganisten en nu vind je dat ik er één zou moeten zijn?’
‘Ja.’
‘Hoezo?’
Nou,’ ze keek me aan. ‘Ik realiseerde me ineens dat jij hele mooie leren jassen en schoenen hebt, en aangezien je die dan toch niet meer mag dragen, wil ik dat wel voor je doen. Om ook een steentje bij te dragen, snap je?’
Ik schoot in de lach. ‘Jij bent echt erg.’
‘Hé, niet zo oordelen.’
Nadine Swagerman
www.watzijwil.nl