HOLLANDS KROON – Dat blijkt uit een uitspraak van de rechtbank in Den Haag die 2 horeca-ondernemers in Den Haag. De twee horeca-exploitanten vroegen de rechter om een tijdelijke huurverlaging met 50% omdat de eigenaar van de panden niet wilde meewerken aan een oplossing.
De rechter baseert zich in zijn uitspraak op het wetsartikel 7:204 lid 2 waarin staat dat een huurder niet kan worden aangerekend als door omstandigheden buiten zijn macht om de huurder niet het genot kan verschaffen dat een huurder bij het aangaan van de overeenkomst mag verwachten van een goed onderhouden zaak. Met andere woorden, de huurder heeft als gevolg van de coronacrisis geen voordeel van het huren van zijn pand.
De rechter vond dat hij mag ingrijpen, de rechter baseert zich op artikel 6:257 BW waarin staat dat de rechter op een vordering van één der partijen de gevolgen van een overeenkomst wijzigen of deze geheel of gedeeltelijk kan ontbinden op grond van onvoorziene omstandigheden. De rechter is bepaald niet over 1 nacht ijs gegaan in zijn beoordeling, zo is er heel gedetailleerd gekeken naar hoeveel omzet verlies er precies is geleden en wanneer en is er gekeken naar welke compensaties er door de overheid zijn ontvangen.
De rechter besloot om met terugwerkende kracht een huurkorting van 50% in de eerste en 25% in de tweede lockdown op te leggen aan de pandeigenaren. Met deze uitspraak levert de rechter in Den Haag maatwerk en heeft rekening gehouden met de specifieke omstandigheden.